1-2 juni 2013: WRB 600km Ara Breisgau – Kirchzarten (Freiburg)
“Welkom in Freiburg” zei organisator Urban terwijl de regen met bakken naar beneden kwam. In Freiburg zijn ze de regen wel gewend, maar zelfs van deze dagenlange stortvloed stond menigeen vreemd te kijken.
Het was dan ook niet zo heel opmerkelijk dat van de 80+ ingeschreven randonneurs er maar 37 aan de start verschenen. Organisator Walter hield nog even een praatje, waarbij hij vooral waarschuwde voor gevaarlijke afdalingen en dat er op de route niet altijd bakkers of tankstations te vinden waren. Wel zou er speciaal voor ons een pizzeria op het 360km punt zijn geopend tot 05.00hr in de ochtend.
Nog geen 10km onderweg diende de eerste beklimming van deze rit zich al aan. Voor mij de eerste beklimming van dit jaar, mijn beenspieren protesteerden hevig tegen al dit klimgeweld. De groep werd ruw uiteen geslagen, het was nu ieder voor zich. Op de top was de eerste controle, een kniptang waarmee je de brevetkaart moest ponsen. Het uitzicht op de top was nihil, de mist blokkeerde de vergezichten waar ik mijzelf zo op verheugd had.
Nu was het 125km naar de volgende controle, St. Ursanne in Zwitserland. Naarmate de uren verstreken begon mijn maag hevig te protesteren, ik negeerde het maar erg gerust was ik er niet op.
Eenmaal bij de controle (km 136), een VVV kantoor, liet mijn maag dan ook merken dat deze nu bepaalde wat er ging gebeuren. Het openbare toilet was er één uit een catalogus, zo schoon en mooi heb ik ze nog nooit gezien! En dat voor slechts 1 Zwitserse Frank, die een militair mij gelukkig wel wou geven in ruil voor een Euro. De militair zag mij natuurlijk strompelen van de krampen en kreeg medelijden, wat moet een Zwitser anders met zo’n inferieur Euro muntje?
Opgelucht vervolgde ik mijn weg richting Bretonvillers, slechts 60km verderop. Door de waarschuwingen aan de start wist ik dat ik snel proviand moest inslaan om niet ergens in niemandsland met hongerklop te stranden. Bij het zicht van een supermarkt sloeg ik dan ook flink in. Op mijn gemak zetelde ik mij op een bankje en zag ik enkele randonneurs voorbij gaan.
De volgende controle, in Gigot (km200), stond er binnen no time een heerlijk bord dampende pasta voor mij. Ik liet het mij smaken terwijl een groep randonneurs buiten een schakelkabel verving van een fiets. Door snel te eten hoopte ik nog met ze mee te kunnen maar helaas vertrokken ze al gauw.
Dat werd dus alleen op pad naar controle 4: Hotel Vue des Alpes op een respectabele hoogte van 1300m. De weg ernaartoe bleek te bestaan uit veel klimwerk, mijn gemiddelde snelheid was niet om over naar huis te schrijven. Onderweg kwam ik twee Fransen tegen met wie ik samen verder reed.
Eenmaal op de top van de berg was het nog flink speuren naar het hotel, het was pas 2100hr maar door de mist leek het wel aardedonker. Van een mooi uitzicht over de Alpen heb ik dus niet kunnen genieten. Dit hotel was vanavond ingericht als feestzaal en werd bevolkt door heel wat feestvierende ‘senioren’.
In een hoekje warmde ik weer een beetje op, de energievoorraad was na 245km en de ongewenste maagproblemen al flink verbrand. Samen met Andreas vertrok ik na een uurtje weer, richting de beloofde pizzeria.
Deze pizzeria was alleen nog wel 100km rijden, overdag is dat prima te doen maar met nacht, kou en vermoeidheid is het een ware opgaaf. Tijdens een lange afdaling zag ik Andres slingerend over de weg rijden, duidelijk dat er bij hem ook sprake was van vermoeidheid. Andreas en ik besloten om ergens wat te eten en even te slapen, na de nodige omwegen vonden we dan eindelijk een shoarma tent die nog geopend was. Van slapen kwam niet veel terecht omdat de eigenaar eigenlijk naar huis wilde. Met een patatje en een broodje Nutella achter de kiezen fietsten we verder richting de controle. Eenmaal aangekomen in Champagnole vonden we gelukkig al snel Pizzeria Big Ben met bijzonder excentriek meubilair en dito serveerster / eigenaar.
De vreugde was echter van korte duur, de pizzeria was weliswaar nog open maar de eigenaar had tegen de afspraken in de keuken allang dichtgegooid. Zo’n 10 beteuterde randonneurs, van wie enkelen niets meer gegeten hadden sinds het middaguur, moesten het doen met een glaasje fris. Het was mij nu wel duidelijk dat van de waarschuwingen bij de start geen woord gelogen was, gelukkig had ik genoeg voedsel meegenomen.
De volgende controle, een bakker, lag op km 425, weer 75km verder. Met vijf man gingen we verder, waarbij opgemerkt moet worden dat het inmiddels niet meer regende. We zochten een plek om te slapen maar nergens was een geschikte plek totdat we een kerk vonden met een voorportaal. Op de koude grond sliepen we zo’n 45 minuten. Na deze pauze volgde meteen een lange afdaling waar ik het presteerde om een afloper te krijgen. Mijn Duitse kompanen gingen tot ieders hilariteit met mijn binnenband bij de fontein ‘het lek zoeken’ terwijl ik er een nieuw bandje in plaatste.
Bij de controle aangekomen was het tijd voor nog meer onderhoud: mijn remblokjes waren compleet vergaan door de combinatie bergen en natheid.
De bakker had trouwens wel een heel toepasselijke lekkernij in het assortiment.
Na enkele heerlijke broodjes gingen we gezamenlijk verder, de zon brak nu ook flink door wat het humeur ten goede kwam. De Duitse kompanen hadden duidelijk nog energie over en ik liet het kopwerk aan hun over. We reden nu vooral door ‘vlak’ gebied, langs een kanaal met ontelbaar veel sluizen en recreatieverkeer. De volgende controle was pas 150km verder, dit noopte ons om onderweg bij een Döner restaurant wat te eten. “Alles ist schöner mit Döner” werd mij verteld, ik hield het maar veilig bij een salade om mijn maag niet al te veel munitie te geven.
Het vlakke traject hield aan, zodat we tegen 17.30hr bij de laatste controle voor de finish arriveerden. Het was duidelijk dat iedereen er nu wel klaar mee was, er werd kort gepauzeerd om snel de laatste 34km te beslechten. In deze 34km presteerden wij het om 4x dezelfde oudere man in te halen, deze man kende de omgeving duidelijk op zijn duimpje in tegenstelling tot onze GPS apparaten. Bij de 4e keer vroeg de man zelfs waar wij naartoe moesten, best grappig als je net 600km door bijna onbewoond gebied bent gefietst.
Groot was de opluchting toen we via Freiburg weer in Kirchzarten arriveerden waar we werden opgewacht door Urban en Walter. Al met al een lastig brevet door de combinatie van hoogtemeters, slecht weer en maagproblemen.