Author Archives: Henk

Super-Randonnée Belchen satt

26/27-7-2013: Super-Randonnée 600km – 12.000HM

MapCapture

De dag die je wist dat zou komen is eindelijk daar (Koningslied). Het doel voor 2013, de Super-Randonnée 600km in Freiburg! Dit is geen “gewoon” 600km brevet, dit is een klimmersbrevet met 600km bergen in het verschiet en 12.000 hoogtemeters.

Je mag 54 uur over deze Super-Randonnée doen, dat is dus 14 uur extra tijd om te compenseren voor de vele hoogtemeters.

Op vrijdag 26 juli was de speciale inwijdingstocht, zo’n 30 deelnemers kwamen bijeen in Gasthoff de Augustiner te Freiburg im Breisgau. De weergoden hadden het deze keer goed met ons voor, wellicht een beetje te goed gezien de middagtemperatuur ruim boven de 30 graden zou zijn.

Om 07.30hr startte ik samen met nog enkele anderen en reden we Freiburg uit. Bij de normale 600km die ik eerder dit jaar in Freiburg had gereden was het mij al duidelijk dat ik geen talent heb voor bergen dit jaar. Dit werd dit keer nogmaals pijnlijk duidelijk toen we na nog geen 10km al de eerste flinke heuvels(?) kregen.

Waar de toeristen via de kabelbanen naar de top gingen, bleek dat wij dat via de fiets moesten doen. De eerste 3,5hr had ik 45km afgelegd, de hellingen van 20% in combinatie met de opkomende zon bleken veel energie te vergen. Een grote cola op de top van Belchen (1414m) en verder maar weer, richting Schonau im Schwarzwald.

Bij de 3e controle vertelde iemand mij dat het in totaal 16 bergen zouden zijn, dat betekende dat er nog 13 bedwongen moesten worden. Dat stemde mij eigenlijk wel positief, wat zijn 13 bergen nou eenmaal? Dat klonk veel beter dan “nog 525km klimwerk”.

Ik liet het Zwarte Woud en de steile hellingen achter mij en zakte af richting de grens met Zwitserland, de Rijn om precies te zijn. Hier stond Jochen Hofer de randonneurs op te wachten met grote hoeveelheden frisdrank en broodjes, geen moment te vroeg. Na deze tankbeurt staken wij de brug over richting het Jura gebergte.

Wat ik al vreesde werd bewaarheid, de bergen in de Jura waren van hetzelfde kaliber als die in het Zwarte Woud.

De temperatuur in de zon was inmiddels opgelopen tot 36 graden, dit betekende dat ik elke 10km de bidon moest bijvullen, dit had ik nog nooit meegemaakt! Vanaf de controle in Laufelingen volgde het zwaarste stuk, ik probeerde nog een tweetal collega’s bij te houden maar ik moest ze laten gaan, zulke steile hellingen in deze temperatuur waren ondoenlijk. Ik besloot de middaghitte maar te trotseren door in de schaduw onder een boom te slapen, ik was pas 9 uur onderweg en nu al toe aan slaap!?

Een uurtje later werd ik gewekt door de hond des huizes die zo’n vreemde snuiter in de tuin maar niets vond, gelukkig was zijn baas mij een stuk beter gezind en bood hij mij zelfs wat te drinken aan. Hij vertelde mij dat de top eigenlijk niet heel ver nog was en dat het daarna weer mooi bergafwaarts zou gaan, vol goede moed vertrok ik weer. Eenmaal op de top van de Chilchzimmersattel was een controle, dus foto gemaakt en verder maar weer.

…to be continued….

ele_profile

Jura-Brevet

1-2 juni 2013: WRB 600km Ara Breisgau – Kirchzarten (Freiburg)
Capture

“Welkom in Freiburg” zei organisator Urban terwijl de regen met bakken naar beneden kwam. In Freiburg zijn ze de regen wel gewend, maar zelfs van deze dagenlange stortvloed stond menigeen vreemd te kijken.

Het was dan ook niet zo heel opmerkelijk dat van de 80+ ingeschreven randonneurs er maar 37 aan de start verschenen. Organisator Walter hield nog even een praatje, waarbij hij vooral waarschuwde voor gevaarlijke afdalingen en dat er op de route niet altijd bakkers of tankstations te vinden waren. Wel zou er speciaal voor ons een pizzeria op het 360km punt zijn geopend tot 05.00hr in de ochtend.

Nog geen 10km onderweg diende de eerste beklimming van deze rit zich al aan. Voor mij de eerste beklimming van dit jaar, mijn beenspieren protesteerden hevig tegen al dit klimgeweld. De groep werd ruw uiteen geslagen, het was nu ieder voor zich. Op de top was de eerste controle, een kniptang waarmee je de brevetkaart moest ponsen. Het uitzicht op de top was nihil, de mist blokkeerde de vergezichten waar ik mijzelf zo op verheugd had.

Nu was het 125km naar de volgende controle, St. Ursanne in Zwitserland. Naarmate de uren verstreken begon mijn maag hevig te protesteren, ik negeerde het maar erg gerust was ik er niet op.

Eenmaal bij de controle (km 136), een VVV kantoor, liet mijn maag dan ook merken dat deze nu bepaalde wat er ging gebeuren. Het openbare toilet was er één uit een catalogus, zo schoon en mooi heb ik ze nog nooit gezien! En dat voor slechts 1 Zwitserse Frank, die een militair mij gelukkig wel wou geven in ruil voor een Euro. De militair zag mij natuurlijk strompelen van de krampen en kreeg medelijden, wat moet een Zwitser anders met zo’n inferieur Euro muntje?

Opgelucht vervolgde ik mijn weg richting Bretonvillers, slechts 60km verderop. Door de waarschuwingen aan de start wist ik dat ik snel proviand moest inslaan om niet ergens in niemandsland met hongerklop te stranden. Bij het zicht van een supermarkt sloeg ik dan ook flink in. Op mijn gemak zetelde ik mij op een bankje en zag ik enkele randonneurs voorbij gaan.

De volgende controle, in Gigot (km200), stond er binnen no time een heerlijk bord dampende pasta voor mij. Ik liet het mij smaken terwijl een groep randonneurs buiten een schakelkabel verving van een fiets. Door snel te eten hoopte ik nog met ze mee te kunnen maar helaas vertrokken ze al gauw.

Dat werd dus alleen op pad naar controle 4: Hotel Vue des Alpes op een respectabele hoogte van 1300m. De weg ernaartoe bleek te bestaan uit veel klimwerk, mijn gemiddelde snelheid was niet om over naar huis te schrijven. Onderweg kwam ik twee Fransen tegen met wie ik samen verder reed.

Eenmaal op de top van de berg was het nog flink speuren naar het hotel, het was pas 2100hr maar door de mist leek het wel aardedonker. Van een mooi uitzicht over de Alpen heb ik dus niet kunnen genieten. Dit hotel was vanavond ingericht als feestzaal en werd bevolkt door heel wat feestvierende ‘senioren’.
In een hoekje warmde ik weer een beetje op, de energievoorraad was na 245km en de ongewenste maagproblemen al flink verbrand. Samen met Andreas vertrok ik na een uurtje weer, richting de beloofde pizzeria.

Deze pizzeria was alleen nog wel 100km rijden, overdag is dat prima te doen maar met nacht, kou en vermoeidheid is het een ware opgaaf. Tijdens een lange afdaling zag ik Andres slingerend over de weg rijden, duidelijk dat er bij hem ook sprake was van vermoeidheid. Andreas en ik besloten om ergens wat te eten en even te slapen, na de nodige omwegen vonden we dan eindelijk een shoarma tent die nog geopend was. Van slapen kwam niet veel terecht omdat de eigenaar eigenlijk naar huis wilde. Met een patatje en een broodje Nutella achter de kiezen fietsten we verder richting de controle. Eenmaal aangekomen in Champagnole vonden we gelukkig al snel Pizzeria Big Ben met bijzonder excentriek meubilair en dito serveerster / eigenaar.

De vreugde was echter van korte duur, de pizzeria was weliswaar nog open maar de eigenaar had tegen de afspraken in de keuken allang dichtgegooid. Zo’n 10 beteuterde randonneurs, van wie enkelen niets meer gegeten hadden sinds het middaguur, moesten het doen met een glaasje fris. Het was mij nu wel duidelijk dat van de waarschuwingen bij de start geen woord gelogen was, gelukkig had ik genoeg voedsel meegenomen.

De volgende controle, een bakker, lag op km 425, weer 75km verder. Met vijf man gingen we verder, waarbij opgemerkt moet worden dat het inmiddels niet meer regende. We zochten een plek om te slapen maar nergens was een geschikte plek totdat we een kerk vonden met een voorportaal. Op de koude grond sliepen we zo’n 45 minuten. Na deze pauze volgde meteen een lange afdaling waar ik het presteerde om een afloper te krijgen. Mijn Duitse kompanen gingen tot ieders hilariteit met mijn binnenband bij de fontein ‘het lek zoeken’ terwijl ik er een nieuw bandje in plaatste.
Bij de controle aangekomen was het tijd voor nog meer onderhoud: mijn remblokjes waren compleet vergaan door de combinatie bergen en natheid.

De bakker had trouwens wel een heel toepasselijke lekkernij in het assortiment.

Na enkele heerlijke broodjes gingen we gezamenlijk verder, de zon brak nu ook flink door wat het humeur ten goede kwam. De Duitse kompanen hadden duidelijk nog energie over en ik liet het kopwerk aan hun over. We reden nu vooral door ‘vlak’ gebied, langs een kanaal met ontelbaar veel sluizen en recreatieverkeer. De volgende controle was pas 150km verder, dit noopte ons om onderweg bij een Döner restaurant wat te eten. “Alles ist schöner mit Döner” werd mij verteld, ik hield het maar veilig bij een salade om mijn maag niet al te veel munitie te geven.

Het vlakke traject hield aan, zodat we tegen 17.30hr bij de laatste controle voor de finish arriveerden. Het was duidelijk dat iedereen er nu wel klaar mee was, er werd kort gepauzeerd om snel de laatste 34km te beslechten. In deze 34km presteerden wij het om 4x dezelfde oudere man in te halen, deze man kende de omgeving duidelijk op zijn duimpje in tegenstelling tot onze GPS apparaten. Bij de 4e keer vroeg de man zelfs waar wij naartoe moesten, best grappig als je net 600km door bijna onbewoond gebied bent gefietst.

Groot was de opluchting toen we via Freiburg weer in Kirchzarten arriveerden waar we werden opgewacht door Urban en Walter. Al met al een lastig brevet door de combinatie van hoogtemeters, slecht weer en maagproblemen.

Über den Ochsenkopf

13 april 2013: WRB 300km Merselo

trip-1239138-map-full

Een vroege start om 07.00hr vanuit Molen Nooit Gedacht in Merselo. De 24 andere randonneurs, waarvan ik velen eerder trof tijdens eerdere tochten in deze regio stonden weer eens te trappelen om te vertrekken. Met een aardige wind tegen ging het richting het zuiden op pad naar de 1e controle. Voordat we die bereikten moesten we wel af en toe de neuzen dichtknijpen, de agrarische industrie op de route had haar geursporen soms (te) rijkelijk verspreid.

Langs een leuk stuk bosgebied bij Helenaveen gingen we in één groep richting Maaseik voor een stempel op de controlekaart. Na de laatste ronde appelgebak stapte iedereen weer op om over de kasseien het dorpje weer te verlaten. Vanaf Maasmechelen ging de route langs het Koning Albert Kanaal. Het blijft iedere keer weer imposant om tussen de wanden van de uitgegraven uitloper van de St Pietersberg te rijden. De wind bleef ons wel parten spelen, gelukkig zouden wij na de 2e controle naar het Oosten afbuigen.

Net na de sluizen van Ternaaien was de tweede controle, de snackbar annex restaurant droeg de naam Chez Sophie. Sophie was zelf ook aanwezig en aardig verrast door de grote groep renners. Organisator Jan had vantevoren gebeld dat wij kwamen, alleen had Jan niet Sophie maar Sofietje gesproken. Sofietje op haar beurt was vergeten het door te geven aan de wat oudere Sophie en het kostte Jan nog aardig wat overredingskracht (in het Frans) om haar te overtuigen dat het toch echt allemaal klopte. De restauranthoek werd snel ontdaan van alle servetten en couverts om ons de gelegenheid te geven hier te verpozen.

Spaghetti Bolognese

Na een flink bord spaghetti, die overigens prima smaakte, vertrokken ik weer. Jos en Frank misten de afslag en Jan riep ze terug. Doordat de wind nu een stuk gunstiger was snelde ik vooruit en na de Maasbrug bij Lixhe zat ik in Vlaanderen. De zon brak ook door en de temperatuur liep op tot zomerse waarden. Op een gegeven moment bleef iets tikken bij elke wielomwenteling. Bij de militaire begraafplaats Henri Chapelle kwam ik nog een groepje tegen die eerder waren vertrokken bij de controle, ik pauzeerde even en zocht de oorzaak van het getik in mijn band maar kon niets raars ontdekken.

Verder maar weer door Eupen waar wat geklommen moest worden. Bij de stuwdam van Eupen schoof mijn achterwiel wat weg in de bocht, ik wijtte het aan het losse grind maar nog geen twee kilometer later bleek de achterband toch lek. Het groepje wat ik eerder tegenkwam passeerde mij weer terwijl ik een grote doorn uit de buitenband peuterde.

Fabelachtig mooi fietspad

Even verderop kwam ik ze weer tegen bij de supermarkt, waar ik snel wat Aquarius haalde. We zaten nu in Duitstalig Belgie. Jos en Frank waren inmiddels ook weer gearriveerd en samen gingen we weer op pad. Na zo’n 20 kilometer door bosgebied kwamen we bij Hotel Talschenke aan de voet van de Ochsenkopf. De voltallige vrouwelijke bediening was duidelijk op haar taken voorbereid, iedereen werd prompt voorzien van eten en drinken en belangstellend werd geïnformeerd of we nog ver moesten. “Nog slechts 120km” was het antwoord wat ze zeker niet hadden verwacht.

Hotel Talschenke

Radler (Sneeuwwitje)

Bijna alle deelnemers arriveerden min of meer gelijktijdig bij deze controle, iets wat je niet vaak ziet bij dit soort afstanden. We vertrokken weer en begonnen aan de klim, deze viel mij heel erg mee. De kilometerslange afdaling tot aan Zweifall was genieten geblazen, vanaf nu zou de wind ons in de rug blazen. Net voorbij de Blausteinsee liep mijn achterband met een grote sisser weer leeg. Vol ongeloof keek ik naar de bijna nagelnieuwe 25mm Continental buitenband, hoe kon het nou zijn dat deze voor de 2e keer vandaag lek was? Ik ontwaarde een klein sneetje in het loopvlak en besloot er een andere buitenband op te zetten, had ik hem eindelijk een keer nodig! Mijn collega randonneurs waren me ondertussen alweer voorbij gefietst en ik sloot mij aan bij Jos.

In een klein groepje bereikten wij de laatste controle in Vlodrop waar snel een Kersenvlaai werd geconsumeerd. Erg veel tijd om de pont bij Kessel te halen was er niet meer dus besloten Jos en ik om snel door te rijden. Na een ellendig bospaadje waarbij menig paaltje ontweken moest worden was het de beurt aan Jos om een lekke band te krijgen. Vanwege de tijdsdruk reed de rest van de groep door en bleven Jos en ik onder een lantaarnpaal achter. Gezien mijn bandwissel kwaliteiten liet ik Jos zoveel mogelijk het vuile werk opknappen, als ik het zou doen zou er ongetwijfeld weer een ventiel breken.

Het pompen ging Jos dit keer ook niet zo goed af, met een wat zachtere band dan normaal gingen we snel verder richting het veer, 10km verder. In Beesel leek een randonneur ons op te wachten, hij deed het laatste stukje kopwerk tot het veer wat op het punt stond te vertrekken. De rest van de groep keek dan ook erg verbaasd toen wij alsnog het veer opschoten om nog geen 30 seconden later te varen.

Vanaf Kessel was het nog 34km tot de molen, op het grote blad schoten de kilometers onder ons door om uiteindelijk om 23.00hr het laatste stempel te krijgen.

Volgende week: 400km van Twisteden naar Namen!

Twisteden 300km

23 maart 2013: WRB 300km Twisteden

trip-1198460-map-full

De lente mag dan wel zijn begonnen, aan de start in Twisteden bevinden zich slechts 45 randonneurs. Zo’n 60 mensen die zich hebben ingeschreven zijn afgemeld vanwege de onheilspellende weersvooruitzichten.

Met een voorspelde maximum temperatuur van +1 graad en een ijzige oostenwind kracht 6 is dat goed te begrijpen. In de kantine van de sportvereniging kleedt iedereen zich extra dik aan, sommigen hebben alles uit de kast getrokken tot bivakmutsen aan toe. Toch belooft het een mooie dag te worden, een rondrit naar het Veluwemeer van 316km.

Bij de start blijft de speech van Michael beperkt tot enkele woorden, te lang stilstaan in deze koude is immers niet aan te raden. Al direct krijgen we een recht stuk met de wind van opzij, nu merk ik pas hoe hard het waait. Mijn pink begint steeds moeilijker te bewegen en we zijn pas op 10km! De grote groep splitst zich al snel en even zijn we in dubio, moeten we meegaan? Ben, Jos en ik sprinten naar voren en zoeken een plekje in de kopgroep.

Groepje

Foto Werner Hax

Helaas zijn we alweer snel op onszelf aangewezen en fietsen we richting de grote brug bij Emmerich. Onderweg pikken we Wim op.

Emmerich is trouwens een vreemde plaatsnaam heb ik mij laten vertellen, de Duitsers spreken het uit als Emmerik en wij als Emmeriech. Eenmaal op de brug blijkt de wind tot nog veel meer in staat dan ons in het gezicht te blazen. Het fietspad biedt maar net genoeg ruimte voor mijn geslinger. Wanneer ik langs een brugpilaar rijdt is het helemaal oppassen, de wind valt dan voor een seconde helemaal weg om na de pilaar weer keihard op je in te beuken. Eenmaal over de brug zijn we allemaal toch wel erg blij dat we er zonder kleerscheuren overheen zijn gekomen.

Vanaf Emmerich gaat het richting Apeldoorn, over de Veluwe door licht heuvelachtig gebied. Af en toe hebben we de wind in de rug en dan is het genieten geblazen. In Laag Soeren, na ongeveer 80km, stoppen we bij Cafe De Harmonie om wat op te warmen.

Na de nodige versnaperingen rijden we door naar de benzinepomp in Elburg, de 1e controle. Vanaf daar is het zo’n 40km genieten langs het Veluwemeer, met gigantische ijspegels in het riet.

Supra

Vanaf de 2e controle in Nijkerk (180km) is het nog 135km richting het zuidoosten. Wim heeft duidelijk de beste benen vandaag en zit vaak tientallen meters voor ons. In Renswoude worden onze rammelende magen gevoed door een zeer drukbezochte snackbar, de vele gasten keken wel raar op toen daar 4 racefietsers binnen kwamen. Wij op onze beurt keken weer vreemd op naar mensen die wegliepen met dozen hete friet en frikandellen, het was hier duidelijk zaterdag patatdag.

Na een schnitzel menu trokken we de reflecterende vestjes aan en zetten we de verlichting op. Bij Ochten was er een haakse bocht naar links en *BOEM*. Alsof we tegen een muur reden, zo hard waaide het op de dijk langs de Waal. Het tempo zakte naar 16km/hr en mijn moraal ging nog veel sneller naar beneden. Gelukkig kenden we in Andelst nog een café waar we weer even op adem konden komen.

De brug over, langs Nijmegen en toen via kaarsrechte wegen richting Cuijk, Gennep en Siebengewald. De temperatuur daalde tot -1c, het water in mijn Bidon was inmiddels bevroren tot één ijsklomp. Mijn handschoenen waren ook niet bestand tegen de frontale koude wind, op een gegeven moment werd het schakelen wel erg lastig doordat de vingers dienst weigerden.

Een blik op de kilometerteller leerde dat de snelheid er door de wind en vermoeidheid helemaal uit was, elke kilometer moest bedwongen worden. Om 02.10hr arriveerden we dan eindelijk in Twisteden, waar Moni gelukkig weer klaar stond met de koeken en de goulashsoep.

Het was een gedenkwaardige rit.

Maas en Rijn

16 maart 2013: WRB 200km Merselo

trip-1198456-map-full

Daar bij die molen, die mooie molen
Daar woont het meisje waar ik zo veel van hou

Daar bij die molen, doe mooie molen
Daar wil ik wonen als zij eens wordt mijn vrouw

Het plekje bij den molen – Willy Derby

Boven alle twijfel verheven is de startplek van de 200km in Merselo de mooiste van allemaal. De oude graanmolen “Nooit Gedacht” was door Jan van Osch uitgekozen als trefpunt. Er waren slechts 2 voorinschrijvingen maar gelukkig voor Jan kwamen er veel meer randonneurs komen opdagen. Onder hen opvallend veel Duitsers, waaronder velen die ik ook in Twisteden was tegengekomen. Net als in vroeger tijden was er in de molen geen verwarming, de randonneurs laafden zich dan ook aan de warme koffie in de hoop hier de lichaamswarmte mee op peil te houden.

Buiten lag de temperatuur rond de 5 graden met een stevige wind vanuit het zuidoosten, hier zouden wij op de terugweg richting Merselo wel eens last van kunnen hebben. Na het startschot gingen we op pad. Langs de velden ging het over rustige wegen naar de oude grenspost, om vervolgens langs een gigantische zandafgraving te fietsen.

De voorband van de fiets van Jan maakte een vreemd kabaal, toen ik hiernaar informeerde bleek dat Jan een inventief trucje had uitgehaald. Hij had namelijk, zoals het een randonneur betaamt, de avond tevoren geconstateerd dat de gaten in zijn voorband waren gevallen. Helaas was er geen voorband meer voorradig en uit pure nood had Jan met Duct Tape aan de binnen- en buitenkant het gat gestopt. Het geluid wat we hoorden waren dus stukken Duct Tape die tegen het frame aansloegen. De voorband heeft het overigens zonder malheur gered tot aan het einde.

Foto Werner Hax

Foto Werner Hax

Dit gebied was mij wel bekend, twee weken geleden hadden we hetzelfde stuk gereden bij het brevet vanuit Twisteden en een stukje dijk was ons nog bekend van de Fleche Allemagne. Bij Büderich werd er gestopt, mijn navigatie gaf hier helemaal geen controlepunt aan maar iedereen riep dat het hier was. Nog geen 10 seconden nadat ik mijn fiets op het mooie vlakke terras had gestald kwam de uitbater foeterend uit het hotel gelopen, het terras was gisteren pas gelegd en nog wat woorden die niet voor herhaling vatbaar zijn. Een simpel afzetlintje of waarschuwingsbordje paste blijkbaar niet meer in het verbouwingsbudget.

Binnen bestelden Ben en ik allebei een warme chocolade. Wat we kregen was ieder een volle kan waar we drie kopjes van konden schenken inclusief een flinke dot slagroom. Beleefd als wij waren dronken wij alles op en vertrokken richting Wesel. Ik stond buiten al klappertandend op de rest te wachten, die tijd had ik achteraf beter kunnen besteden. Nadat iedereen zover was kon ik namelijk na 10 meter al uitroepen dat ik lek had, op zo’n moment zak je even door de grond omdat je dat eigenlijk hoort te controleren voordat je op de fiets stapt. Bij het verwisselen van het binnenbandje bleek ik ook nog eens verkeerd te pompen met de geleende pomp, waardoor het ventiel scheurde, dat betekende nog meer oponthoud. De grote groep was dan ook maar alvast vertrokken, slechts enkelen wachtten op mij.

Bij Wesel had mijn navigatie apparaat het licht weer gezien en wees hij het Rheinbad aan als controlepost. Helaas was dit alleen bij mij, blijkbaar had ik toch iets verkeerd gedaan met het inladen van de track. Over de dijken ging het verder richting het Noorden, bij Emmerich reden we nog even over de beroemde promenade. Na een inhaalrace van 30km kwam eindelijk de groep weer in het zichtbeeld die verder waren gegaan na mijn lekke band, was de enorme hoeveelheid chocolademelk toch ergens goed voor geweest..

De tweede controle was in Hoch Elten, die Hoch staat voor hoog en dat bleek. De eerste klim van het jaar diende zich aan, oververhit kwam ik boven. We hadden nu 127km achter de rug en dat voelde ik maar al te goed. Tijd voor pannenkoeken hadden we niet, over 10km was het pontje bij Millingen welke alleen op de oneven uren vaarde. Snel door dus om vervolgens een kwartier in de kou te vernikkelen met 15 anderen, wachtend op het pontje.

Eenmaal de Rijn overgestoken was Berg en Dal het volgende doel. Hier werd serieus gebunkerd, de pannenkoek met rozijnen en de grote pul Sneeuwwitje smaakten mij prima. Wat opviel was dat de tafels onbedoeld verdeeld waren op basis van afkomst, de Duitsers en  de Nederlanders zaten aan aparte tafels. De gezamenlijke sfeer daarentegen was opperbest.

Na Berg en Dal ging het voor de laatste 50km over de bekende Zevenheuvelenweg (ik telde er slechts drie) richting Merselo. Dit was het stuk waar iedereen de hele rit tegenop zag, 45 km flinke tegenwind.

Ik verschuilde mij achter de sterkere rijders (Jos, Ben, Cor en Monique).  Na twee uur flink zwoegen kwamen we in de schemering aan in Merselo, waar de fiets voldaan werd geparkeerd in de achtertuin van Jan. Het heerlijke soepje was de kers op de pudding voor deze mooie rit door Niederrhein.