16 maart 2013: WRB 200km Merselo
Daar bij die molen, die mooie molen
Daar woont het meisje waar ik zo veel van hou
Daar bij die molen, doe mooie molen
Daar wil ik wonen als zij eens wordt mijn vrouw
Het plekje bij den molen – Willy Derby
Boven alle twijfel verheven is de startplek van de 200km in Merselo de mooiste van allemaal. De oude graanmolen “Nooit Gedacht” was door Jan van Osch uitgekozen als trefpunt. Er waren slechts 2 voorinschrijvingen maar gelukkig voor Jan kwamen er veel meer randonneurs komen opdagen. Onder hen opvallend veel Duitsers, waaronder velen die ik ook in Twisteden was tegengekomen. Net als in vroeger tijden was er in de molen geen verwarming, de randonneurs laafden zich dan ook aan de warme koffie in de hoop hier de lichaamswarmte mee op peil te houden.
Buiten lag de temperatuur rond de 5 graden met een stevige wind vanuit het zuidoosten, hier zouden wij op de terugweg richting Merselo wel eens last van kunnen hebben. Na het startschot gingen we op pad. Langs de velden ging het over rustige wegen naar de oude grenspost, om vervolgens langs een gigantische zandafgraving te fietsen.
De voorband van de fiets van Jan maakte een vreemd kabaal, toen ik hiernaar informeerde bleek dat Jan een inventief trucje had uitgehaald. Hij had namelijk, zoals het een randonneur betaamt, de avond tevoren geconstateerd dat de gaten in zijn voorband waren gevallen. Helaas was er geen voorband meer voorradig en uit pure nood had Jan met Duct Tape aan de binnen- en buitenkant het gat gestopt. Het geluid wat we hoorden waren dus stukken Duct Tape die tegen het frame aansloegen. De voorband heeft het overigens zonder malheur gered tot aan het einde.
Dit gebied was mij wel bekend, twee weken geleden hadden we hetzelfde stuk gereden bij het brevet vanuit Twisteden en een stukje dijk was ons nog bekend van de Fleche Allemagne. Bij Büderich werd er gestopt, mijn navigatie gaf hier helemaal geen controlepunt aan maar iedereen riep dat het hier was. Nog geen 10 seconden nadat ik mijn fiets op het mooie vlakke terras had gestald kwam de uitbater foeterend uit het hotel gelopen, het terras was gisteren pas gelegd en nog wat woorden die niet voor herhaling vatbaar zijn. Een simpel afzetlintje of waarschuwingsbordje paste blijkbaar niet meer in het verbouwingsbudget.
Binnen bestelden Ben en ik allebei een warme chocolade. Wat we kregen was ieder een volle kan waar we drie kopjes van konden schenken inclusief een flinke dot slagroom. Beleefd als wij waren dronken wij alles op en vertrokken richting Wesel. Ik stond buiten al klappertandend op de rest te wachten, die tijd had ik achteraf beter kunnen besteden. Nadat iedereen zover was kon ik namelijk na 10 meter al uitroepen dat ik lek had, op zo’n moment zak je even door de grond omdat je dat eigenlijk hoort te controleren voordat je op de fiets stapt. Bij het verwisselen van het binnenbandje bleek ik ook nog eens verkeerd te pompen met de geleende pomp, waardoor het ventiel scheurde, dat betekende nog meer oponthoud. De grote groep was dan ook maar alvast vertrokken, slechts enkelen wachtten op mij.
Bij Wesel had mijn navigatie apparaat het licht weer gezien en wees hij het Rheinbad aan als controlepost. Helaas was dit alleen bij mij, blijkbaar had ik toch iets verkeerd gedaan met het inladen van de track. Over de dijken ging het verder richting het Noorden, bij Emmerich reden we nog even over de beroemde promenade. Na een inhaalrace van 30km kwam eindelijk de groep weer in het zichtbeeld die verder waren gegaan na mijn lekke band, was de enorme hoeveelheid chocolademelk toch ergens goed voor geweest..
De tweede controle was in Hoch Elten, die Hoch staat voor hoog en dat bleek. De eerste klim van het jaar diende zich aan, oververhit kwam ik boven. We hadden nu 127km achter de rug en dat voelde ik maar al te goed. Tijd voor pannenkoeken hadden we niet, over 10km was het pontje bij Millingen welke alleen op de oneven uren vaarde. Snel door dus om vervolgens een kwartier in de kou te vernikkelen met 15 anderen, wachtend op het pontje.
Eenmaal de Rijn overgestoken was Berg en Dal het volgende doel. Hier werd serieus gebunkerd, de pannenkoek met rozijnen en de grote pul Sneeuwwitje smaakten mij prima. Wat opviel was dat de tafels onbedoeld verdeeld waren op basis van afkomst, de Duitsers en de Nederlanders zaten aan aparte tafels. De gezamenlijke sfeer daarentegen was opperbest.
Na Berg en Dal ging het voor de laatste 50km over de bekende Zevenheuvelenweg (ik telde er slechts drie) richting Merselo. Dit was het stuk waar iedereen de hele rit tegenop zag, 45 km flinke tegenwind.
Ik verschuilde mij achter de sterkere rijders (Jos, Ben, Cor en Monique). Na twee uur flink zwoegen kwamen we in de schemering aan in Merselo, waar de fiets voldaan werd geparkeerd in de achtertuin van Jan. Het heerlijke soepje was de kers op de pudding voor deze mooie rit door Niederrhein.