19-20 mei 2012: WRB 600km Morkhoven – 5000hm
Een biertje bij aankomst, een gespreid bedje en een overheerlijk boerenontbijt. Dat was wat Jan Geerts allemaal voor mij had geregeld in Morkhoven bij Bed & Breakfast ‘Berteneindsehoeve‘ van Jeanine Carrette. Dat was ook wel hard nodig, gezien ik direct na de Fleche Allemagne vanuit Venlo naar Morkhoven was gereisd.
Bij het tekenen in het gastenboek wees Jeanine mij er nog op dat er al eerder een Nederlander was geweest maar dan op een step. Het bleek collega-randonneur Wim Brink uit Zwolle te zijn die tegenwoordig op een fiets de wegen verkent.
Na het ontbijt was het een paar honderd meter naar de start bij de sporthal, waar de wagen met aanhanger al klaar stond voor het bagagetransport. Deze 600km was er namelijk één met overnachting, de eerste dag zou er 350km worden gereden en de tweede dag 250km. Naast organisator Jan was routinier Gilbert de komende twee dagen de begeleider.
De 18 renners verzamelden zich in een kring rond Jan die nog even de laatste wegopbrekingen en eetgelegenheden doornam en ons verzocht om bij aankomst in het hotel, rond middernacht, toch vooral stillekes aan te doen. De start was stipt om 06.00hr.
De groep vertrok richting Herentals om van daaruit over ruim 95km het Albertkanaal te volgen tot aan Visé. Deze jaagpaden waren zeer goed onderhouden en we passeerden veel zware industrie. Na 78km werd er wel nog even gestopt in Gellik, alwaar de barman een opmerkelijk record op zijn naam heeft staan: Het wereldrecord Klokkeloeien (18.687 slagen). Gelukkig had hij geen gehoorschade overgehouden aan al dat geklingel en stond er al snel een Limburgse appelvlaai en een cola voor mijn neus.
We gingen als groep weer verder na de arm- en beenstukken te hebben uitgetrokken, de zon liet zich goed zien. Vanaf Visé moest er ook gelijk geklommen worden. Al snel zag ik de groep uit mijn gezichtsveld verdwijnen, het was duidelijk dat ik niet de klimgeit van het stel was. Via Eupen, waar ik al eerder heb gefietst bij tochten vanuit Maastricht reden we over een weg naar Mützenich. Langs de weg was een militair oefenterrein, maar ik heb sterk het vermoeden dat de militairen in spé de weg hadden gebruikt om allerlei soorten clustermunitie op los te laten. Maar liefst elf kilometer lang werd ik door elkaar geschud op deze flauwe helling. Vanaf het grenspaaltje met Duitsland was de weg weer perfect geasfalteerd, een groter contrast was niet denkbaar.
In Mützenich (152km) trof ik de groep weer aan, ik dronk snel nog een colaatje en sloot mijzelf weer aan. Dat was echter niet voor lang, hun tempo lag beduidend hoger dan de mijne. Weer reed ik alleen, door mooie bossen. Bij Camp Elsenborn Lager, met 635m boven zeeniveau één van de hoogste punten van België, trakteerde ik mijzelf op de grootste fles cola die ze bij het tankstation verkochten. Anderhalve liter cola en een sanitaire stop later ging ik weer op pad.
Langs Kronenburg naar Stadtkyll waar Jan een flinke helling in de route had gezet. De weg droeg als naam Bergstraße en daarmee was niets teveel gezegd. Zwetend als een otter arriveerde ik op de top, twee collega’s die achter mij reden passeerden mij.
Tegen 17.00hr arriveerde ik bij Biergarten “Blockhaus Zum Schwarzen Mann” (219km), gelegen op 700 meter hoogte in de Eiffel. Al tijdens de Fleche Allemagne wilde ik een Biergarten bezoeken, dit kwam dus mooi uit! Snel werd het bier, friet en de schnitzel aan tafel gebracht en kon ik genieten van al dat lekkers. Jan arriveerde ietsje later en hij bestelde ook gelijk zijn schnitzel. Begeleider Gilbert vulde mijn bidon met bruiswater, iets wat wij hier Spa Rood noemen. Goed voor de maag werd erbij gezegd.
Deze biergarten had ook een ski-verhuur, het was duidelijk dat ik hier erg hoog zat. De volgende 25km was een zeer mooie afdaling waarbij amper getrapt hoefde te worden. Ik koos ervoor om de Prümtal Radweg te nemen naar Minden, dit was werkelijk één van de mooiste stukken die ik heb gefietst. Hoewel we op de kaart langs het water leken te rijden zat er toch wel aardig wat klimwerk in dit stuk. In Minden aangekomen (19h45) trof ik de grote groep weer aan, zij zaten al een uur op hun diner te wachten. Aangezien ik al had gegeten haalde ik snel een stempel en reed ik verder met drie Belgen voor het laatste stuk van 70km tot de controle met slaapgelegenheid.
We volgden de rivier de Our welke de grens tusen Duitsland en Luxemburg vormt. Wonderschone natuur werd afgewisseld met dorpjes waar de terrassen gevuld waren met dagjesmensen. De grote groep had ons inmiddels alweer ingehaald, mijn drie companen verdwenen met hen. In Vianden bleek mijn koplamp op halve kracht te branden, wat gepruts met de draden en er was gelukkig weer volop licht. In Dasburg moest flink geklommen worden, met 340km in de benen was dat zowaar een hele opgave. In het pikdonker kwam ik tegen 23.15hr aan in het hotel waar Gilbert mij al stond op te wachten. Een biertje, snelle douche en even later lag ik onder zeil. ‘s-Nachts werd ik wel een paar keer wakker met hevige pijn in mijn knie, als dat maar goed komt voor de 250km terug naar Morkhoven.
De volgende morgen werden we rond 06.00hr gewekt voor het ontbijt, met 6 uur slaap was ik goed uitgerust. Na het ontbijt bleken mijn benen echter nog lange tijd te slapen, de groep reed weer bij me weg en ik mocht de hellingen weer alleen beklimmen op een slakkentempo. Ik reed weer door een stuk bekend gebied en arriveerde bij de controle in Chevron. De groep zat hier nog te buizen wat mij de gelegenheid gaf om even snel wat te drinken. De route werd vanaf nu weer stukken vlakker, ik reed de 50km tot de volgende controle goed mee met de groep. Het stuk tussen Chevron en Mery bestond voor een groot deel uit Ravels, fantastische fietspaden.
Al rap arriveerden we in Mery, waar nog geen 10 minuten later ook Jan aankwam. Ik vond het verbazingwekkend hoe Jan dat stuk zo snel had afgelegd, hij moet haast wel een tijdrijder zijn geweest in vroeger tijden. Vanaf hier was het al vooruitkijken naar het einde, met nog slechts 130km te gaan.
De controle in Gellik lag op 50km afstand en hier had Jan ons taart beloofd, mits we ons gedroegen. De route ging dwars door Luik, waar we menig wandelaar moesten ontwijken en het duidelijk was dat het gemeentebestuur het onderhoud van fietspaden niet de juiste prioriteit geeft. Eenmaal aangekomen in Gellik was de klokkeloeier weer paraat om ons snel te voorzien van drank en spijzen. Jan kwam net op tijd om de rekening te voldoen.
Inmiddels was de groep op twee na weer compleet en reden we de laatste 75km weer langs het Albertkanaal richting Herentals. Drie Belgen en een Duitser hadden duidelijk teveel energie over gezien zij niemand anders op kop duldden. Ik vond het natuurlijk allang prima, met 28km/hr gemiddeld smolten de resterende 75km onder onze voeten weg. Om 18.30hr arriveerden we bij de finish, inclusief slaapstop had deze rit dus 36,5 uur geduurd.
In Morkhoven was er weer de prima douchegelegenheid alsmede een apres-fiets in het cafe De Snelle Duif. De boterham met Kop heb ik ditmaal mogen aanschouwen maar nog niet durven proeven. Wellicht een volgende keer als ik zo’n honger heb dat rauwe bonen zoet smaken?
Gilbert, Jan en mw. Geerts: Nogmaals bedankt voor deze zeer mooie en goed georganiseerde tocht. Het was dan wel één van de zwaarste tochten met 5000 hoogtemeters die ik gedaan heb maar absoluut zeer de moeite waard.
Mijn foto’s zijn op Picasa te bewonderen.