BIG BAVARIAN EIGHT 2011
23.06.2011 – START 10:00 h
the great challenge
1040 km 10 000 HM
De grote acht door Beieren
Tijdens de 400 van Maastricht zat ik met Frank Simons en Gert Lunenborg in een groepje. Gert vertelde tijdens een pauze over een 1000km tocht, zo rond eind juni, door het Beierse land die hij dit jaar weer zou doen.
Na de goed verlopen 600 van Maastricht voelde ik me goed genoeg om deze tocht ook aan te kunnen. Het probleem was alleen dat mijn gps het op de dag na Maastricht had begeven en dat Garmin aangaf dat reparatie wel een paar weken kon duren.
Met het verhaal van de voorgenomen tocht informeerde ik bij Waypoint te Moordrecht of zij wellicht een Garmin Dakota aan mij wilden huren. Tot mijn grote verbazing stelden zij gelijk voor om kosteloos een Dakota in bruikleen te geven voor deze Bavarische Acht. Niets stond mijn plannetje nu meer in de weg.
Als één van de laatste inschrijvers kon ik nog terecht bij Karl en Heidi Weimann, de organisatoren van deze tocht.Volgens de website zou het gaan om 1040km en zo’n 10.000 hoogtemeters. Een zuidelijke lus van 600km en een noordelijke van 400km.
Veel tijd om erover na te denken had ik gelukkig niet, de 600 kilometers van Zoetermeer zorgden voor een goede afleiding.
Nog geen week later stond ik op de stoep van de Alte Schule in Osterdof, Zuid-Duitsland. Tijdens de heenreis per auto had ik urenlang bakken met regen en onweer over me heen gekregen, het enige wat ik bleef herhalen (en hopen) was ‘wat vandaag valt, valt morgen niet’.
Amper uit mijn auto gestapt werd ik hartelijk welkom geheten door Karl met alcoholvrij Weissbier, een warme douche en een slaapplek. De start zou de volgende morgen om 10.00hr zijn.
De volgende morgen bleek zowaar de zon te schijnen, tegen de voorspellingen in. Tijdens het rijkelijk uitgevoerde ontbijtbuffet vroeg iemand informatie aan Karl over een specifieke berg in de route. Hierop begon Karl over ‘Die berge nach das flache stücke”. De hele zaal barstte in lachen uit, Karl staat erom bekend elke berg die hij ziet in zijn routes op te nemen dus een vlak stuk kon niet waar zijn.
Karl Weimann
Na het ontbijt snel naar buiten, de fietsen aanschouwen en een laatste controle van de spullen. Ik telde twee singlespeed fietsen, een Quest in de vorm van een batmobiel(de ombouw zou zo´n 24.000 euro gekost hebben) en een aantal liggers.
Single speed
Bat Quest
De zon was inmiddels verdwenen achter de wolken en de temperatuur alweer gezakt naar 17 graden.
Karl vroeg mij verschillende malen waar Gert nu toch bleef (die, naar later bleek, vertraging had met de trein) en ik werd als ‘der Holländer’ voorgesteld aan de burgemeester van het dorp.
Uiteindelijk klom Karl op een trappetje om de menigte van zo’n 90 randonneurs welkom te heten. Karl vertelde dat er geen excuses waren om het brevet niet uit te rijden tenzij het zwaar zou gaan sneeuwen. De toon was gezet…
De eerste kilometers had ik wat problemen met mijn kilometerteller waardoor ik gelijk als laatste in het veld lag. Om de aansluiting met een snelle groep niet te verliezen liet ik die teller maar voor wat het was, snel fietste ik iedereen voorbij tot ik voor mijn gevoel weer redelijk vooraan zat.
In een groep van 5 man bereikten we na 2,5 uur de 1e controle op 65km, het was wel heuvelachtig geweest maar voor mijn gevoel viel het best wel mee. Hier viel de groep ook gelijk uit elkaar, ik was nog niet afgestapt of de eersten hadden al gestempeld en waren alweer op weg.
Snel dronk ik een flesje cola en zette de achtervolging in. Uiteindelijk zou ik de komende 70km fietsen met een Duitser die deze route al eens vanaf de andere kant had gereden tijdens een 600km brevet. Met 600 hoogtemeters was dit stuk meer vals plat dan klimmen en kon ook een hogere snelheid aangehouden worden.
In Ettringen werden we opgenomen in een groep van 10 man, dat kwam mooi uit want ik zag er weinig heil in om 900km met zijn tweeën te moeten fietsen..
De voorspelde regen kwam inmiddels ook met bakken uit de hemel vallen.
Na een krappe zes uur was daar de tweede controle op 150km. Nu vormde zich het groepje waar ik de komende dagen mee zou fietsen. We reden langs prachtige dorpen en een mooi meer. Helaas regende het zo hard dat de aandacht vooral op de weg moest liggen.
Bij de derde controle op 235km in Bad Tölz kocht ik een broodje salami wat eigenlijk een enorme salami worst met een klein beetje brood bleek te zijn. Ook trof ik iets wat je in Nederland alleen bij carnaval zou aantreffen, een taxichauffeur op blote voeten in een lederhöse die ging tanken bij onze controlepost.
Een jongen uit onze groep, Walter, kwam aan met een fles motorolie die hij uit een vuilnisbak had opgeduikeld. Door de regen hadden de kettingen het zwaar te verduren gehad en ik moet zeggen, die motorolie bleef de rest van de tocht goed aan mijn ketting hangen. Toch wel vindingrijk die Duitsers!
We klommen en daalden langs de randen van de Alpen. Een waar genoegen om hier te mogen fietsen, langs typische bergchaletten en de beroemde Milka koeien met bellen om hun nek.
We kwamen aan in Frasdorf. Hier troffen we om half twaalf een pizzeria die ons nog wel wat spaghetti en alcoholvrij Weissbier wilde verkopen.
Typisch huis

Walter en Jens

Claus en Urban
Het was nog maar 8km tot de volgende controle die we dan ook alleen gebruikten als stempelpost.
De nacht was inmiddels gevallen en door de vele wolken was het redelijk donker. Gelukkig bleef de temperatuur deze eerste nacht steken op zo’n 12 graden. Urban, een jongen uit de groep die deze tocht al 5x eerder reed, hield het tempo continu boven de 30km/hr. Ik voelde langzaam de energie uit mijn lichaam sluipen en vroeg me af of ik de groep moest laten gaan of toch maar kijken hoever ik mee kon komen.
Niet veel later kreeg Walter te maken met een lekke voorband, ik vroeg Urban of hij altijd zo hard fietste. Hij moest er wel om lachen, normaal niet zei hij maar het ging nu zo lekker dat hij ervan wilde genieten zolang het kon.
Inmiddels werden we ingehaald door wat andere fietsers met een gematigder tempo die we zojuist met een rotvaart hadden gepasseerd. Walter kon weer verder en wij passeerden natuurlijk weer dat groepje. Na zo’n 10km kreeg Walter echter weer een lekke band, zijn achterband dit keer. De fietsers kwamen weer langszij, dit was blijkbaar overtuigend genoeg voor Urban om het toch wat rustiger aan te doen. De regen was inmiddels ook gestopt, ik begon het allemaal weer rooskleurig in te zien.
Om 06h00 kwamen we aan bij de controle in Wörth an der Isar. Dit was een Rasthof waar goed ontbeten kon worden. De volgende controle zou relatief dichtbij op 63km liggen.
Om 09h00 kwamen we aan bij de stempelpost in Kelheim. Het bleek dat deze stempelpost was neergezet op een fabrieksterrein. Een tafeltje met een stempel en wat vrolijke medewerkers, maar geen koffie of snacks. Een tegenvaller want ik had hier eigenlijk wel op gerekend.
Vanaf hier was het nog slechts 110km naar Osterdorf. Waren de heuvels nog niet zwaar genoeg dan was de stevige westenwind wel voldoende om mij te doen breken. Dit waren ongetwijfeld de zwaarste 110km die ik ooit heb gereden. We reden zogenaamd op de ‘hoogvlakte’ maar van een vlakte heb ik niets gemerkt.
Urban, de routinier, vertelde me dat de 1000km van Osterdorf niet te plannen valt in tijdsschema´s, ik geloofde hem direct op zijn woord. 1500 hoogtemeters verder kwamen we om 15h30 aan in Osterdorf. Uiteindelijk hebben we dus 6,5 uur gedaan over 110km.
In Osterdorf stond Heidi gelukkig klaar met spaghetti en (wat anders) alcoholvrij Weissbier. De eerste 609km zaten erop!

Heidi's spaghetti Bolognaise
Ik verkeerde onder de indruk dat iedereen zou gaan douchen en slapen. Blij stapte ik na de douche dan ook snel in mijn slaapzak en zette ik mijn wekker 5 kwartier later.
Tegen 18h00 liep ik dan weer ‘fris’ naar mijn fiets toe om tot de ontdekking gekomen dat mijn fiets er als enige nog stond. De groep was blijkbaar zonder mij vertrokken, ik vernam dat ze zonder rust gelijk doorgereden waren om nog te kunnen profiteren van het daglicht.
De tweede lus van 400km begon ik dus alleen. Na zo´n 5,5 uur kwam ik rond 23h30 aan bij de volgende controle op 718km. De vermoeidheid begon duidelijk zijn tol te eisen, mijn snelheid was niet erg hoog en ik had veel moeite om mijn ogen open te houden. Het pauzeren in het warme tankstation met een koffie en broodje was lekker, maar eenmaal buiten kreeg ik het gelijk erg koud.
Met 9 graden was deze nacht aanzienlijk kouder dan de nacht ervoor. Al klappertandend dook ik een bankgebouw in (de pinautomaten in dit gebied staan allemaal in verwarmde ruimtes) en besloot ik een half uurtje te slapen.

Hotel Geldautomaat
Na een half uur stapte ik weer op de fiets maar het leek nu nog kouder dan voorheen. Zou ik een kunstgebit hebben gehad dan was dit subiet gebroken door het klappertanden en rillen van mijn lijf. Harder fietsen hielp geen zier, ik moest beschutting zoeken. Twintig kilometer verder zag ik weer een pinautomaat, ditmaal was de ruimte groter en kon ik wat minder in het zicht liggen. Ik zette mijn wekker op een uur later, maar uiteindelijk heb ik hem 4 keer verzet. Na zo’n 4,5 uur slapen begon het buiten weer licht te worden, ik besloot verder te rijden.
De slaap had me goed gedaan, de lol in het fietsen kwam terug. Er was nog een infocontrole in Frankendorf, ‘Was steht auf dem Kreuz am Ende der Steigerung rechts?’. Voor wie het niet wist, Steigerung betekent beklimming en als een Beier dat woord gebruikt dan is dat voor een Hollander een klim in het kwadraat.
Eenmaal op de top vond ik het kruis, in het hout gehouwen stond het antwoord op de vraag: ‘Es ist vollbracht’. Ik moest erom lachen, bovenop een berg staan die je net beklommen hebt met nog 250km te gaan en dan zo’n spreuk op je controlekaart moeten schrijven.
Es ist vollbracht
Het klimmen en dalen ging in alle hevigheid door met uitschieters tot 18%. Om 07h00 vond ik in Pretzfeld een bakker met koffie en broodjes. Na een wat ongelukkig ingeschatte afdaling, een weg vol gaten waar ik ongewild met 100km per uur naar beneden denderde, volgde een fantastisch mooi vlakker stuk langs een bergrivier.
Afdaling
De volgende controle was er één met een Burger King. Twee hamburgers en een King koffie (0,4 liter) later ging ik verder naar de op één na laatste controle. Toen ik hier aankwam zag ik mij bekende fietsen..die van de groep van de eerste lus. Binnen zaten de 3 overgebleven makkers aan de spaghetti, Walter had opgegeven.
Gezamenlijk reden we de laatste 120 km naar Osterdorf. De finish werd bereikt na 57 uur en 36 minuten. Qua hoogtemeters zat de tocht op ongeveer 12.000 meter.
Hoewel ik helemaal niet het gevoel had de tocht snel gereden te hebben, was ik pas de zesde persoon die zijn brevetkaart inleverde.
Voor de geïnteresseerden: Volgend jaar organiseert Karl een tocht van 1200km langs de Beierse grenzen. Meer info zal te vinden zijn op http://www.randonneure.de/
Alle foto’s staan op Picasa.